Nieuws - 17 mei 2021

Gebiedsuitwerkingen voor Omgevingsagenda Zuidwest opgeleverd!

De eerste vier maanden van dit jaar hebben we hard gewerkt aan een reeks gebiedsuitwerkingen in het kader van de Omgevingsagenda Zuidwest. Voor vijf gebieden in Zeeland hebben we samen met het Rijk en de regio (provincie, waterschap, gemeenten en natuurorganisaties) onderzocht hoe opgaven in het landelijk gebied nu opgepakt worden en op welke wijze hier samengewerkt wordt.

De Nationale Omgevingsvisie schrijft voor dat opgaven in het landelijk gebied een meer integrale benadering vragen die voortbouwt op aanwezige gebiedskarakteristieken. Vanuit een gedeeld opdrachtgeverschap (Rijk en Provincie Zeeland) zijn we als BoschSlabbers gevraagd om te onderzoeken of én hoe deze integrale benadering van opgaven nu tot stand komen. Hiervoor zijn een vijftal concrete gebieden in Zeeland gekozen met elk hun eigen landschapskarakteristiek en typerende opgaven (zoals de volhoudbare landbouw, energietransitie en stikstofproblematiek). De geselecteerde gebieden zijn: Oost-Bevelanden, Yerseke en Kapelse Moer, Kop van Schouwen, Oost Zeeuws-Vlaanderen en Tholen/St.Philipsland.

In een eerste reeks (digitale) werkplaatsen zijn betrokken partijen vanuit zowel het Rijk als de regio uitgenodigd om mee te praten over de opgaven die op het gebied afkomen en op welke wijze deze nu al dan niet integraal worden opgepakt. De opgaven zijn ruimtelijk vertaald naar een kaartbeeld, zodat het belang van een goede afstemming tussen deze thema’s nog duidelijker werd. Deze opgavekaarten functioneerden hierdoor als zogenaamde ‘praatplaten’ die gedurende de workshops verder werden aangevuld.


Voorbeeld opgavekaart

In een tweede reeks werkplaatsen hebben we met dezelfde groep deelnemers gefocust op de samenwerking tussen Rijk en regio. Op welke manier wordt er nu al samengewerkt en waar vinden bijvoorbeeld waardevolle grensoverschrijdende samenwerkingen plaats met Brabant en België? Na een korte pitch van afzonderlijke deelnemers werd er aan de hand van stellingen gediscussieerd. Welke opgaven vragen meer aandacht van het Rijk? En waar kunnen regio’s van elkaar leren? De lessen die hier zijn opgehaald worden meegenomen in het Nationaal Programma voor het Landelijk Gebied wat momenteel wordt opgesteld.

Het resultaat is een samenvattend advies met als titel: ‘Rijk en regio naar een nieuwe samenwerkingspraktijk.’ Het bevat een reeks adviezen aan zowel het Rijk als de regio over hoe op meer integrale wijze kan worden samengewerkt. Zo is het van belang om eerst met elkaar de kernwaarden van het gebied in beeld te brengen, zodat duidelijk is wat de ‘draagkracht’ is van een gebied en welke opgaven aansluiten bij deze kernwaarden. Daarnaast zouden financiële middelen gekoppeld moeten worden aan een integrale ontwikkelagenda, in plaats van aan individuele doelen. Zo worden integrale oplossingen mogelijk die sectoraal niet haalbaar bleken. Tot slot wordt de rol van een PARK (Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit) gemist in Zeeland. Als onafhankelijk adviseur kan deze sturing geven aan de grote en complexe opgaven die afkomen op het landelijk gebied.

We hopen dat we met dit advies de samenwerking tussen de partijen beter kunnen stroomlijnen en verbeteren om zo tot de beste landschappelijke resultaten te komen!


Kop van Schouwen


Kapelse Moer


Energielandschap Oost-Bevelanden

Nieuws - 17 mei 2021

Gebiedsuitwerkingen voor Omgevingsagenda Zuidwest opgeleverd!

De eerste vier maanden van dit jaar hebben we hard gewerkt aan een reeks gebiedsuitwerkingen in het kader van de Omgevingsagenda Zuidwest. Voor vijf gebieden in Zeeland hebben we samen met het Rijk en de regio (provincie, waterschap, gemeenten en natuurorganisaties) onderzocht hoe opgaven in het landelijk gebied nu opgepakt worden en op welke wijze hier samengewerkt wordt.

De Nationale Omgevingsvisie schrijft voor dat opgaven in het landelijk gebied een meer integrale benadering vragen die voortbouwt op aanwezige gebiedskarakteristieken. Vanuit een gedeeld opdrachtgeverschap (Rijk en Provincie Zeeland) zijn we als BoschSlabbers gevraagd om te onderzoeken of én hoe deze integrale benadering van opgaven nu tot stand komen. Hiervoor zijn een vijftal concrete gebieden in Zeeland gekozen met elk hun eigen landschapskarakteristiek en typerende opgaven (zoals de volhoudbare landbouw, energietransitie en stikstofproblematiek). De geselecteerde gebieden zijn: Oost-Bevelanden, Yerseke en Kapelse Moer, Kop van Schouwen, Oost Zeeuws-Vlaanderen en Tholen/St.Philipsland.

In een eerste reeks (digitale) werkplaatsen zijn betrokken partijen vanuit zowel het Rijk als de regio uitgenodigd om mee te praten over de opgaven die op het gebied afkomen en op welke wijze deze nu al dan niet integraal worden opgepakt. De opgaven zijn ruimtelijk vertaald naar een kaartbeeld, zodat het belang van een goede afstemming tussen deze thema’s nog duidelijker werd. Deze opgavekaarten functioneerden hierdoor als zogenaamde ‘praatplaten’ die gedurende de workshops verder werden aangevuld.


Voorbeeld opgavekaart

In een tweede reeks werkplaatsen hebben we met dezelfde groep deelnemers gefocust op de samenwerking tussen Rijk en regio. Op welke manier wordt er nu al samengewerkt en waar vinden bijvoorbeeld waardevolle grensoverschrijdende samenwerkingen plaats met Brabant en België? Na een korte pitch van afzonderlijke deelnemers werd er aan de hand van stellingen gediscussieerd. Welke opgaven vragen meer aandacht van het Rijk? En waar kunnen regio’s van elkaar leren? De lessen die hier zijn opgehaald worden meegenomen in het Nationaal Programma voor het Landelijk Gebied wat momenteel wordt opgesteld.

Het resultaat is een samenvattend advies met als titel: ‘Rijk en regio naar een nieuwe samenwerkingspraktijk.’ Het bevat een reeks adviezen aan zowel het Rijk als de regio over hoe op meer integrale wijze kan worden samengewerkt. Zo is het van belang om eerst met elkaar de kernwaarden van het gebied in beeld te brengen, zodat duidelijk is wat de ‘draagkracht’ is van een gebied en welke opgaven aansluiten bij deze kernwaarden. Daarnaast zouden financiële middelen gekoppeld moeten worden aan een integrale ontwikkelagenda, in plaats van aan individuele doelen. Zo worden integrale oplossingen mogelijk die sectoraal niet haalbaar bleken. Tot slot wordt de rol van een PARK (Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit) gemist in Zeeland. Als onafhankelijk adviseur kan deze sturing geven aan de grote en complexe opgaven die afkomen op het landelijk gebied.

We hopen dat we met dit advies de samenwerking tussen de partijen beter kunnen stroomlijnen en verbeteren om zo tot de beste landschappelijke resultaten te komen!


Kop van Schouwen


Kapelse Moer


Energielandschap Oost-Bevelanden