Ons landschap is continu in ontwikkeling. De technische mogelijkheden als ook de wensen die de samenleving aan zijn omgeving stelt zijn voortdurend in verandering. Het agrarisch gebied is al lang niet meer uitsluitend productiegebied voor stedelijke markten, het is in toenemende mate ook uitloopgebied voor de stedeling en leefomgeving voor tal van plant- en diersoorten.
Lange tijd was het buitengebied vooral producent van ‘boter, kaas en eieren’, dat waren immers de producten waar de maatschappelijke vraag naar uitging. In de 21e eeuw, waarin het voedsel deels uit verre oorden wordt betrokken, is een nieuwe maatschappelijke behoefte pregnant: de vraag naar energie. Energie om de computer te laten ronken, smart phone op te laden, de auto te laten rijden, de woning te verwarmen en de industrie te laten draaien. Waar mogelijk wordt die energie zo dicht mogelijk bij de afnemer gerealiseerd, opdat zo min mogelijk energie bij opslag en transport verloren gaat.
De omschakeling van fossiele brandstoffen naar herwinbare vormen van energie (zon, wind, water, geothermie, biovergisting) luidt een nieuwe fase in de continue ontwikkeling van het landschap van Oss in. Eerder waren de inpolderingen en de grootschalige ruilverkaveling van de komgebieden landschappelijke transformaties van een vergelijkbare orde.
Oss wil in 2040 energieneutraal zijn. Zij wil deze ambitie realiseren door efficiënter met energie om te gaan (besparen), meer gebruik te maken van de energiepotenties binnen stedelijk gebied, door waar nodig duurzame energie van elders te importeren en door in het buitengebied op grote schaal duurzame energie op te wekken.
De studie ‘Energie en landschap’ richt zich op de energieopwekking in het buitengebied. Uitgangspunt hierbij is dat de ontwikkeling van duurzame energie tevens vehikel moet zijn om nieuwe ruimtelijke, gebruiks- en/of natuurkwaliteit duurzaam aan het buitengebied toe te voegen.
Zonne-energie en windenergie verschillen essentieel in hun effect op de beleving van het landschap. Windmolens zijn door hun hoogte al van verre zichtbaar, zij torenen hoog boven hun omgeving uit. Zij laten zich niet ‘wegplanten’. Hun lokale impact is beperkt, zij nemen weinig ruimte in beslag en laten de openheid en de lange zichtlijnen in takt. Daarbij kan het onderliggend maaiveld blijven functioneren als weiland, akker of natuurgebied
Zonnepanelen zijn relatief laag en, wanneer men dat wil, met beplantingen eenvoudig aan het zicht te onttrekken. Maar hun invloed op het landschap ter plaatse is groot, zij zetten het landschap zicht, blokkeren zichtlijnen en sluiten andere gebruiksvormen goeddeels uit.
De visie ‘Energie en landschap’ laat zien hoe de verschillende landschappen binnen de gemeente Oss op een andere manier geschikt zijn voor energieopwekking.
Wind in het open landschap
De open komgebieden lenen zich voor de plaatsing van windturbines. De verschillende landschappelijke lijnen zoals de waaiervormige kavelrichting of de cultuurhistorisch waardevolle Hertogswetering kunnen handvatten bieden voor een helder leesbare opstelling.
Zon voor behoud landschappelijke structuren
De aanleg van zonne-akkkers kan gebruikt worden voor herstel van landschappelijke structuren. Zo kunnen historische houtwallen en laanstructuren opnieuw aangeplant worden en in combinatie met hekwerken als afscheiding van de zonne-akkers dienen.
Meer dan zon en wind
Aanvullend geeft de visie aan waar mogelijkheden zijn voor het benutten van aardwarmte, voor biovergisting en voor energie uit water. Met name de Rioolwaterzuiveringsinstallatie aan het Burgemeester Deelenkanaal biedt mogelijkheden voor een gecombineerde inzet.
– Partner Steven Slabbers, BoschSlabbers
project data
Titel: Duurzaam energielandschap voor de gemeente Oss
Locatie: Oss, NL
Omvang: 160 km2
Opdrachtgever: Gemeente Oss
Looptijd: 2017
Type: Gebiedsontwikkeling, energievisie
Beeldcredits: BoschSlabbers
Projectcode: bs-L 16-31